Zorg voor voldoende variatie aan gezond beleg.

• Kies zo weinig mogelijk voor zoet beleg. Stroop, honing of confituur kan wel eens maar ze zijn tamelijk rijk aan suikers en bevatten weinig of geen vetten. Hierdoor zijn ze relatief arm aan energie en passen ze met mate in een evenwichtige broodmaaltijd. Chocopasta, chocolade, hagelslag en speculaaspasta zijn suiker- én vetrijk. Beperk ze tot één keer per week. Pannenkoeken en wafels passen niet in een gezonde brooddoos. 
• Besmeer de verse boterhammen (liefst bruin, volkoren, meergranen...) met een beetje zachte margarine, want vetstoffen zijn belangrijk voor jonge kinderen.
• Zorg voor variatie in beleg: magere vleeswaren zoals kip- of kalkoenham, gekookte ham, een omelet, (platte) kaas,... Hou de vleesinname in het oog, want die levert veel (ongezonde) vetten en zout. Geef daarom eens vis mee zoals zalm, tonijn, makreel of haring.
• Kies geen snel bederfbaar beleg zoals américain of rosbief.
• Hummus of een pasta op basis van groenten is een lekker alternatief!
• Groenten tussen de boterhammen zoals slablaadjes, geraspte wortelen, komkommer, tomatenschijfjes… Ze brengen kleur in de brooddoos en dragen bij aan de dagelijkse hoeveelheid groenten. Je kan ook apart groenten meegeven: kerstomaatjes, radijsjes, reepjes paprika of wortelen.
• Fruit is ideaal als zoet beleg, ook lekker te combineren met platte kaas. Fruit kan ook meegegeven worden als dessert, best in een apart vakje of in een klein doosje bv stukjes banaan, appel, peer of bessen, aardbeien, druiven...
• Denk ook eens aan een extraatje: blokje kaas, gekookt ei, olijven, rozijnen,... of een yoghurt.
• Kies voor een enkele laag beleg. Het is een boterham mét beleg en niet omgekeerd.
  --> Liefst zonder mayonaise, ketchup of dressings.

Weetje!
Brooddozen worden dagelijks koel bewaard in grote frigokoffers op school!